Oorspronkelijk geschreven in het Engels, vertaald door OpenAI.
In dit tijdperk van instantcommunicatie voelt de wereld kleiner aan dan ooit tevoren. Zoals men zegt, past deze gigantische aardbol nu precies op onze vingertoppen. Het is ongelooflijk om te zien hoe mensen via kleine microchips met elkaar verbonden zijn, direct converseren en woorden uitwisselen in een oogwenk. En wie houd ik eigenlijk voor de gek? Ze ontmoeten elkaar in het echt alsof een tovenaar net een portaal voor hen heeft geopend.
Maar tussen al diegenen die de wereld kleiner maken, verschijnt Slowly als een bode uit vroeger tijden, een relikwie uit de oudheid. Slowly gaat tegen de stroom in, maakt de wereld groot, zo groot als hij hoort te zijn, en laat mij de wereld van penvrienden ontdekken. Het is alsof Slowly plaats heeft genomen achter het stuur van een tijdmachine en tegen mij zegt: “Hé, zin in een ritje? Spring erin. Laten we door de tijd reizen.”
Goed, genoeg over Slowly, laat me je mijn verhaal vertellen. Weet je, er is iets in de stilte; een onbeschrijfelijk genoegen, zoals het zien van een geliefde die na lange tijd weer glimlacht. Er is een plezier in het proeven van de stilte in deze wereld van razendsnelle gesprekken. Slowly brengt dat genoegen gelukkig tot leven. Wanneer je wacht op de brief van iemand die bij je voordeur arriveert en je niet kunt wachten om die open te scheuren en hun woorden te lezen, en dan weer terugkeert naar je tafel. Met een kloppend hart en uiterste zorg schrijf je terug naar die persoon en wacht je weer op het volgende antwoord. Ja, het wachten, dat is het, de exspectatio amoris. Ik geniet daarvan, ik koester die verbondenheid met mijn meest dierbare hart.
En Slowly? Het is mijn postduif, die dit allemaal mogelijk maakt. En ik hou van mijn duif…